Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Jezus antwoordde en zeide: Gijlieden [16]weet niet wat gij begeert; kunt gij den [17]drinkbeker drinken, dien Ik drinken zal, en met den doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt worde? Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen. 16. Want zij verstonden nog niet de staat des koninkrijks van Christus, en waartoe zij geroepen waren, niet om in de wereld te heersen, maar om te dienen en te lijden. 17. Door de drinkbeker alsook door de doop verstaat Christus zwaar lijden, waardoor de mens als met een bittere drank gedrenkt en als met water overstort wordt, Ps.75:9; Jes.51:17, hfdst.26 vs.42; Luk.12:50.